"Tabijn Kaserne" - die Geschichte
"De Tapijnkazerne is gebouwd in het gebied De Kommen (Maastrichts: De Koompe), tot 1867 onderdeel van het inundatiegebied in de Lage Fronten, de laaggelegen buitenwerken van de vestingstad Maastricht langs de rivier de Jeker, die bij belegeringen onder water gezet konden worden. In 1864 werd dit gebied als oefenterrein ter beschikking gesteld aan de cavalerie, die gelegerd was in de nabije Bonnefantenkazerne (in het voormalige Bonnefantenklooster). Na slechting van de vestingwerken werd hier vanaf 1916 door het Ministerie van Oorlog een kazerne met dienstwoningen voor de commandant, de hoofdofficieren en de fortificatieopzichter gebouwd. Voor de bouw van de kazerne moest een Jekerarm worden gedempt. De vroegere loop van de rivier is nog terug te vinden in de vorm van een weg tussen de ziekenboeg in het noorden en de rest van het kazerneterrein. Pas in 1934 werd de kazerne vernoemd naar de Lotharingse legeringenieur Sebastiaan Tapijn, die de verdediging van Maastricht leidde tijdens het Beleg van Maastricht (1579).
In 1927 werd op het voorterrein van de kazerne het uit 1841 daterende monument van generaal Dibbets onthuld, dat vanwege de industriële expansie aan de noordzijde van Maastricht niet langer op zijn oorspronkelijke standplaats kon blijven. In 1953 werd de kazerne uitgebreid met onder andere een nieuw kantinegebouw.
De kazerne was achtereenvolgens in gebruik als opleidingscentrum voor het 13e regiment infanterie (1919-40), legerplaats voor de Duitse bezetters (1940-44), commandocentrum van het Amerikaanse 9e Leger (1944-45), opleidingscentrum voor troepen voor Indonesië (1945-50), kazerne Regiment Mortieren Menno van Coehoorn (1950-53), kazerne Regiment Infanterie Menno van Coehoorn en Regiment Infanterie Chassé (1953-67) en kazerne voor verbindingseenheden AFCENT (1967-2007). In oktober 2010 verlieten de laatste NAVO-militairen de Tapijnkazerne." [1]